Haagse huishoudens waarderen de woonomgeving minder dan de eigen woning. Bij het zoeken naar een nieuwe woning wordt vooral gekeken naar een goede woonomgeving; meer parken, meer verblijfskwaliteit en meer sociale binding met de buurt. En waar de grondgebonden woning in de loop der tijd synoniem was voor een eengezinswoning, zien we dat dit beeld wijzigt. Ook kleine huishoudens, jongeren en ouderen, hebben behoefte aan grondgebonden wonen. Zo blijkt uit de Haagse woonenquête die de Stichting Wonen in Den Haag recentelijk grootschalig heeft verricht en waar verrassende woonvoorkeuren van de consument uit naar voren zijn komen.
Meer groen, meer kwaliteit, meer community
De huidige bewoners van Den Haag hebben meer waardering voor hun woning dan de omgeving waarin ze wonen. Voor het verbeteren van de woonkwaliteit moeten we daarom niet zozeer naar de woning zelf kijken – dat we goede woningen bouwen, gelooft de woningzoeker wel – maar naar de sociale en fysieke omgeving waarin de woning staat. Die omgeving moet matchen met de kwaliteit van de woning. Onderzoek onder woningzoekers in Den Haag wijst uit dat men zoekt naar een omgeving met meer parken, meer verblijfskwaliteit en meer sociale binding met de buurt waarin men woont. Men associeert groen met een gezonde stedelijke lifestyle. Dus hoe hoogwaardiger het groen, hoe meer stedelingen er willen wonen en hoe hoger de woningdichtheid kan zijn.
“Groen is belangrijk voor de consument, aangezien het volgens 84% van de huishoudens bijdraagt aan hun fysieke en mentale gezondheid”
De gemiddelde bewoner wil maximaal 8 minuten lopen naar het park(je) in de buurt. Dit is ongeveer even lang als de afstand naar een supermarkt (7 minuten) en aanzienlijk korter dan de afstand tot zorg- en welzijnsvoorzieningen. Groen is daarmee randvoorwaardelijk voor een goede stedelijke woonomgeving. Het park moet uitnodigen tot wandelen, relaxen/ zitten, maar ook waar mogelijk tot andere activiteiten (sport, spel, ontmoeting). Op veel plekken in de stad wordt hieraan nog niet voldaan.
Het komt steeds meer aan op het realiseren van aantrekkelijke leefgemeenschappen. Hier ligt duidelijk een opgave voor ontwikkelende partijen om de propositie goed aan te laten sluiten op de vraag van de woonconsumenten.
Grondgebonden niet alleen meer voor gezinnen?
Als we aan de verdichting van de stad denken, dan zien we hoge woontorens voor ons met appartementen. Op die manier kunnen we veel mensen in een stedelijke omgeving bedienen. En naar deze woningen is ook veel vraag. Maar wat opvalt is dat er ook onder de stadsbewoners een grote vraag is naar grondgebonden woningen. Waar de grondgebonden woning in de loop der tijd synoniem is geworden van de (een)gezinswoning, zien we dat dit beeld wijzigt.
Van alle één- tot tweepersoonshuishoudens gaat bijna de helft van de vraag uit naar een grondgebonden woning. We zien dat één op de twee jongeren onder de 30 jaar en één op de drie senioren een grondgebonden woning wenst.
“Van alle één tot tweepersoonshuishouden gaat 44% van de vraag uit naar een grondgebonden woning”
Daarbij nemen ze genoegen met een kleinere woning. Bijna de helft van de gevraagde tussenwoningen en grondgebonden seniorenwoningen mag kleiner zijn dan 90m2. En dat zou ruimte moeten bieden voor de ontwikkeling van nieuwe woonvormen met een hogere dichtheid.
Zo zien we al projecten met rug-aan-rugwoningen. Dit type, nog door velen geassocieerd met de revolutiebouw van begin 20e eeuw, combineert een kleine goedkopere grondgebonden woning met een relatief laag grondgebruik. Dit biedt perspectief voor een samenleving die steeds meer uit kleine huishoudens bestaat.
De Haagse woonenquête is uitgevoerd onder meer dan 600 woningzoekers in Den Haag in oktober 2022 door Springco Urban Analytics in opdracht van Stichting Wonen in Den Haag.
Een samenvatting van de uitkomsten is hier te downloaden. De volledige rapportage kunt u hier downloaden.